Analyse en Ontwerp
Schetsweek
Tijdens de schetsweek was het de opdracht om een ontwerp te maken voor een Tiny House, op basis van een vooraf vastgesteld Programma van Eisen (PvE) en een moodboard door een van de groepsgenoten, in mijn geval Sandra. Het Tiny House komt te staan op de campus, ergens in het groen van het Mekelpark. Sandra en ik hebben hierbij gekozen voor een locatie achteraan het Mekelpark. Hier vonden wij een kade aan het water, gelegen op een rustige, beschutte plek met een fijne zonligging op het zuidwesten. Nadat de locatie was bezocht en vastgesteld heb ik met behulp van schetsen deze locatie geanalyseerd. Hierbij heb ik gekeken naar het landschap en de omgevig eromheen. Zo kon ik bepalen welke zichtlijnen moesten worden behouden en welke afgesloten moesten worden. Op het moodboard van Sandra waren veel grote raampartijen te zien en natuurlijke materialen, voornamelijk hout. In haar PvE staan de begrippen privacy en lichtinval centraal, wat nogal een uitdaging was aangezien dit eigenlijk twee tegenpolen van elkaar zijn. Voor het ontwerp liet ik mij inspireren door de vormen van het Mekelpark en de locatie. De zichtlijn vanaf het looppad heb ik centraal gezet in het ontwerp, aangezien ik het belangrijk vond om deze te behouden. Daardoor kwam ik op het idee om een glazen gang tussen twee aparte volumes te creeren, zodat ook het leef- en prive deel worden gescheiden.
Stedenbouw
Deze tweede opdracht stond in het teken van een stedenbouwkundig plan voor het westelijk deel van de Distelweg. Dit deel was onderdeel van een voormalig industrieterrein, en tevens de plek waar de pont aankomt die vanuit de Houthavens het IJ oversteekt naar Amsterdam Noord. Hiervoor is begonnen met een locatie analyse, waarbij ik binnen mijn groep verantwoordelijk was voor de historische analyse en de statistieken. Bij het analyseren van de historische kaarten vielen mij gelijk de originele polderlijnen op. Bij de statistieken van Amsterdam Noord bleek dat er in deze omgeving relatief weinig groen te vinden is, in vergelijking met de rest van Amsterdam. Verder zijn er momenteel veel gebouwen en, voornamelijk, bedrijfspanden te vinden. Dit zijn dus uitgangspunten voor de invulling van de kavels en daarbij ook de functies. Op basis van de originele polderlijnen heb ik de infrastructuur bepaald, waarbij ik ook heb gekeken naar de zichtlijnen en de verschillende straatprofielen. De zichtlijnen zijn voornamelijk bedoeld om men constant te verbinden met het water. Ook eindigd een van de zichtlijnen bij de Groene Draeck, een karakteristieke scheepsbouwhal. Daarnaast heb ik gekeken naar de hoogtes van de volumes. De gebouwen worden hoger naar het noorden toe, zodat er veel lichtinval mogelijk is binnen de straten en gebouwen. In het gebied is veel groen toegepast en de binnentuinen dienen als verbinding tussen de bewoners.
Maquette week
In deze ontwerpopdracht begonnen we met een abstracte vormstudie opdracht. Het eindresultaat, een ruimtelijk compositie, was het startpunt voor het ontwerp van een paviljoen in een openbare ruimte binnen het voorgaande stedenbouwkundig ontwerp. Gedurende de week heb ik een aantal verschillende vormstudie maquettes opgezet, waarbij ik meerdere varianten heb gemaakt op basis van zowel vorm als functie. Hiervoor begon ik met horizontale vormstudies, omdat het mijn idee was om het paviljoen te laten overvloeien in het park. Echter, ik kwam er al snel achter dat de verticaal georiënteerde vormstudie maquette veel meer indruk gaf. Daarom heb ik besloten om het paviljoen juist een herkenningspunt te maken in het park. In het eindontwerp bevindt de entree zich in de grote glazen pui aan de voorzijde, welke uitsteekt ten opzichte van de rest van de voorgevel van het gebouw, wat ervoor zorgt dat deze direct zichtbaar is. Hier komt men binnen in een ruime entree over de gehele hoogte, om een gevoel van openheid te creëren. Een ander uitgangspunt voor het ontwerp was het realiseren van terrassen op meerdere verdiepingen en met variërende zon oriëntaties, zodat deze op verschillende momenten kunnen worden benut. Voor de eindmaquette is industrieel ogend restmateriaal gebruikt, wat refereert naar mijn visie om het paviljoen enkel van hergebruikte en herbruikbare materialen te bouwen.
Woongebouw
Voor de laatste opdracht moesten we een woongebouw uit het stedenbouwkundig plan rondom de Distelweg verder uitwerken. Als volume heb ik gekozen voor één van de grote gebouwen aan de Distelkade, met als visie om de eye-catcher te worden van deze buurt, aangezien dit het eerste gebouw is wat men ziet wanneer zij met de pont aankomen. Het gebouw ligt op een hoek, en is omringd door wegen en water. Om toch een buitenplaats voor ontmoetingen te creëren voor de bewoners van het complex, zal er een grote binnentuin gerealiseerd worden. Ook zal dit ervoor zorgen dat alle appartementen kunnen worden voorzien van daglicht. Om toch de privacy van de bewoners te waarborgen en een ruimte te realiseren voor de logistiek en het magazijn van de winkels op de begane grond, ligt deze binnentuin één verdieping hoger dan het straatniveau. Het woongebouw bestaat uit meerdere appartement types voor de verschillende huurklasses. De appartementen en balkons zijn in een bepaalde hoek gedraaid, om het zonlicht optimaal te benutten, de focus te leggen op het uitzicht over het IJ en de schuine hoeken van het gebouw te accentueren. Alle slaapkamers zijn hierbij gepositioneerd aan de binnentuin, om een gevoel van rust te creëren ten opzichte van de drukke kade aan de voorzijde. De stabiliteitskernen met trappenhuizen en liften zijn zoveel mogelijk in de binnenste hoeken geplaatst, aangezien hier geen daglicht komt, en de ingangen zitten centraal in de gevels, zodat deze duidelijk zichtbaar zijn.